Omdat zowel de Maasmond als het Goereesche Gat in het begin van de negentiende eeuw snel verzandden, moest een oplossing worden gezocht voor de slechte toegankelijkheid van de Rotterdamse havens. In 1857 stelde de regering een staatscommissie in om advies te geven. De waterstaatkundig ingenieur Pieter Caland had zitting in deze commissie. Hij stelde voor om een oud plan van de achttiende-eeuwse waterbouwkundige Cruquius om de Hoek van Holland te doorsnijden, nieuw leven in te blazen. De Maasmond moest weer trechtervormig worden, net als vroeger, zodat de getijbewegingen de vaarweg vanzelf op diepte zouden houden.
Een wetsontwerp, gebaseerd op Calands plan, werd in eerste instantie verworpen door de Tweede Kamer. In 1862 wist minister Thorbecke de Kamer echter te overtuigen van het nut van de Nieuwe Waterweg en werd de wet alsnog aangenomen. Uiteindelijk is niet gekozen voor een trechter maar een rechte doorsnijding van de Hoek van Holland.
De aanleg van de Nieuwe Waterweg
Het werk werd aanbesteed in 1864. Met de aanleg van twee dammen en een hulphaven als eerste aanzet tot de doorgraving naar de Noordzee, begon ook de geschiedenis van het dorp Hoek van Holland als voorpost van de Nieuwe Waterweg. Vanaf dat moment vestigden zich ambtenaren van Rijkswaterstaat, arbeidskrachten uit Sliedrecht, Werkendam en ’s-Gravezande, caféhouders en bakkers zich als pioniers op de Hoek van Holland. Door trage onteigening be-gon het graafwerk pas in 1866. De Prins van Oranje stak daarvoor op 31 oktober 1866 de eerste spade in de grond. In 1868 werd de laatste dam doorgestoken. In 1871 voeren de eerste vissersschepen door de waterweg naar de Noordzee en op 12 juli 1872 werd de Nieuwe Waterweg officieel geopend. Een Harwichboot, de ‘Richard Young’ stoomde als eerste zeeschip de waterweg op naar Rotterdam.
De metamorfose van een duinlandschap
De doorgraving van de Hoek creëerde een geïsoleerd liggend eiland dat zich ontwikkelde tot het internationaal erkende vogelrijke natuurgebied De Beer. Na de Tweede Wereldoorlog eiste de vooruitgang echter zijn tol. Door de uitbreiding van het havengebied van Rotterdam richting Noordzee, veranderde een idyllisch duingebied in een industrieel landschap.